Niemand bleef

Alfred Birney
Niemand bleef. Dagboek van Meneer B. 2005 – 2011
Singel Uitgeverijen | De Arbeiderspers – Privé-domein
Paperback, 2019
ISBN: 9789029526180
Aantal bladzijdes: 360
Bestel

In 2005 wordt de wereld van Meneer B. kleiner als hij het na een hartinfarct rustig aan moet doen. In dit dagboek, uitgegeven in de fameuze reeks Privé-domein van de Arbeiderspers, mijmert hij tijdens het herstel zonder schroom over voorbije liefdes, muziek maken, het schrijven, de boeken en de schrijvers die hem irriteren of inspireren. Hij fantaseert bij het uitzicht dat hij vanuit zijn flat heeft op vrijmoedige buurvrouwen. Hij maakt zich zorgen over zijn zoon die bij hem woont en zich afsluit. Gaandeweg herwint Meneer B. de lust om te schrijven en hij preludeert op een groots plan, dat later tot de bestseller De tolk van Java zou uitgroeien.

Bekroond met 2020 de Littéraire Witte Prijs 2020!

Alfred Birney bedrijft een vermakelijk soort verbaal lummelen. ★★★★☆ – de Volkskrant

Een waar kleinood. – HP/De Tijd

Birneys meeslepende aantekeningen hebben nu een onderkomen gekregen in de prestigieuze Privédomein-reeks. – De Morgen ★★★★✩

Fraai… prachtige miniatuurtjes over bijvoorbeeld de aardappelboer en oom Herman. – Maarten Moll in Het Parool

Boek van de week – Volkskrant ****


Persbericht:


De Littéraire Witte Prijs, van de Haagse Sociëteit de Witte, zal op 18 maart 2020 worden uitgereikt aan Alfred Birney voor het boek Niemand bleef, Dagboek van Meneer B. 2005-2011, dat verscheen in de eerbiedwaardige reeks Privé-domein van De Arbeiderspers. De tweejaarlijkse prijs, bestaande uit €5000,- en een legpenning, wordt sinds 1977 voor de 21e maal uitgereikt. Naast hoge literaire kwaliteit is ‘een zekere binding aan Den Haag’ een voorwaarde voor deze prijs. De jury bestond uit drie leden van de Littéraire Tafel van de Sociëteit de Witte: Albert van der Schaaf (voorzitter), Marry Molenaar en Hildelies Pennington de Jongh – Balk.

De jury was eensluidend van oordeel dat Niemand bleef de Littéraire Witte Prijs 2020 toekomt vanwege de niets ontziende eerlijkheid en openheid over ervaringen en gevoelens, waarmee hij de lezers toegang geeft tot zijn vruchtbaar schrijverschap, zijn ideeën, zijn familie- en liefdesleven, zijn (erotische) fantasieën, zijn vriendschappen, zijn essayistische beschouwingen over collega-schrijvers, zijn muzikale fascinatie, en vele andere kanten van zijn persoonlijkheid. Het boek is geschreven, geschreven in een aansprekend, helder en van humor en zelfrelativering doortrokken proza.

Het dagboek van Meneer B. speelt vrijwel volledig in Den Haag, waar de schrijver woont en werkt. Na een hartaanval fietst hij regelmatig zijn ‘cardio-revalidatie ronde’ over de Kerkhoflaan waar nog de sfeer hangt van Couperus, langs de Scheveningse gevangenis, waar hij de Littéraire Witte Prijswinnares (1989) Helga Ruebsamen tegenkomt, en vervolgens omhoog over de Scheveningse slag naar de boulevard , waar hij in het duin het verminkte gelaat ‘Light of the Moon’ bewondert en hij de spot drijft met de Sprookjesbeelden aan Zee. Het dagboek van Meneer B. beslaat een periode tussen 2005 en 2011 waarin sprake is van een ontwikkeling in zijn schrijverschap van ghostwriter om den brode en, na herstel van zijn hartaanval, tot voltooiing van een ‘Rivieren trilogie’ waarna hij besluit tot het schrijven van een ‘duizelingwekkend’ boek, dat hij al op zijn twintigste had willen schrijven. Met dit boek, getiteld De tolk van Java, zou hij in 2017 bij het grote publiek doorbreken en zowel de Libris Literatuurprijs als de Henriette Roland Holst-prijs winnen. Zo kan dit dagboek ook worden gezien als een aanloop naar één van de meest belangwekkende Nederlandse romans van dit decennium.